Oog blijven houden voor de jongeren tijdens transitie jeugdzorg. Jongeren willen gehoord worden
Naar het voortgezet onderwijs
Jop is eigenlijk altijd een druk kind geweest. Onstuimig, maar vooral ook erg grappig. Hij woonde in een dorp en daar kende men hem. Wanneer hij eens uit de bocht vloog, dan werd hij even bijgestuurd en vervolgde hij zijn weg. Maar toen kwam daar opeens het voortgezet onderwijs. Hij ging naar de stad en kwam terecht op een (zeker voor hem) énorme school. Hij vond het heerlijk. Al die afleiding, er was altijd wel iets te beleven. Langzaamaan kwamen de problemen. Hij kreeg nieuwe vrienden en deze nieuwe vrienden hadden allerlei plannen. Toen zijn ouders aangaven dit geen goede plannen te vinden ging Jop steeds meer zijn eigen weg.
Project ervaren leren
Kortom, uiteindelijk zat hij bij ons aan tafel. Het kon zo niet langer. En op onze vraag hoe het toch zover heeft kunnen komen, zei Jop ‘het groeide me boven mijn hoofd. Eigenlijk ben ik al een jaar bezig om niet te verzuipen en had ik geen kracht meer over om bij te sturen.’ Jammer genoeg voor Jop heeft de wereld om hem heen deze strijd op overleven niet meer kunnen zien. Ze vonden hem vervelend, zelfbepalend, dwars en oncontroleerbaar. En dat was hij eigenlijk ook. Maar hoe graag had Jop een reddingsboei gehad. Iemand die hem op had geraapt en hem had gevraagd ‘hoe is het toch zover gekomen?’.
Transitie jeugdzorg
Zeker in deze tijd van transitie, waarin iedereen de wereld opnieuw moet uitvinden en iedereen druk is met het vinden van de juiste route, bestaat het risico dat luisteren naar onze jongeren op de achtergrond komt te staan. Het gaat over categorieën, classificeringen, verwijzingen en specialismen. Maar laten we vooral die jongeren niet uit het oog verliezen. Jongeren zijn vaak zo goed in staat om aan te geven waar het aan schort. ‘ik durfde niet, maar ook dit durfde ik niet te laten zien’, ‘ik wist niet hoe het moest, en wist niet aan wie ik dat vragen kon’. ‘ik wilde het alleen doen, wie moest ik anders vertrouwen?’, ‘ik heb heel gek gedaan, in de hoop dat iemand zou zien hoe slecht het met me ging, maar het enige wat er gebeurde was dat iedereen boos op me werd’. En zo kan ik nog wel even door gaan.
Zorgbedrijf in Frankrijk
De afgelopen weken heb ik zoveel jongeren gesproken die zeiden: laat me maar naar Frankrijk gaan. Andere hulp had geen verbetering gebracht of men wilde geen traject starten gezien de ernst van de problematiek. Al die jongeren wilden het opnieuw gaan proberen. Ver van huis zodat ze niet opnieuw teleurgesteld gingen worden of opnieuw zouden teleurstellen. En van al die jongeren werd vooraf gezegd dat er geen motivatie was, geen wil om daadwerkelijk te veranderen. Maar waarom, beste mensen, zouden ze dan 10 uur in de auto gaan zitten om ver van huis en in een vreemde taal hun handen uit de mouwen te gaan steken? Laten we vooral blijven luisteren naar deze jongeren en hen vragen hoe het toch zover heeft kunnen komen.
Blogpost door Maartje van Esch, behandelcoördinator Bijzonder Jeugdwerk
Terug naar overzicht