"Ik snap nu waarom mensen zeggen dat je je zo alleen voelt met dit virus."
JEUGDZORG IN CORONATIJD
Hoe gaat het met… adjunct-directeur Anne-Marijn de Wit?
Het corona-crisisteam van BJ was eind maart flink op dreef en Anne-Marijn maakte lange werkdagen. Tot ze zich op 27 maart ineens niet lekker voelde en naar huis ging. Koorts, kortademig, overgeven. Diagnose: dubbele longontsteking, waarschijnlijk corona. Tien dagen lag ze zwaar ziek op bed, tot niets in staat.
“Ik snap nu waarom mensen zeggen dat je je zo alleen kunt voelen met dit virus. Mijn hele familie moest in thuisquarantaine. Ik lag boven op bed, maar mijn man en kinderen mochten niet bij me komen vanwege besmettingsgevaar. Dan ga je liggen piekeren, over de gevreesde ziekenhuisopname, over mensen in de witte pakken, over het gevoel dat je je collega’s in de steek laat die het al zo druk hebben. Het zuurstofgehalte in mijn bloed was op het randje, maar nog net niet te laag. Daardoor hoefde ik niet opgenomen te worden. Na tweeënhalve week uitzieken ben ik weer gaan werken, maar pas na 4 weken voelde ik me fit genoeg.”
Veel creativiteit komt los
“In mijn omgeving heeft verder niemand corona gekregen. Bij Bijzonder Jeugdwerk is het ziekteverzuim sinds maart ook niet extreem gestegen, wat we wel hadden gevreesd. Vanaf dag 1 hebben onze medewerkers de schouders eronder gezet. Velen hebben zelfs waar nodig een tandje bijgezet. Ook onze zorggezinnen van wie de eigen kinderen thuis moesten blijven, zijn gewoon jongeren blijven opvangen. Veel medewerkers bedachten originele activiteiten op gepaste afstand, zoals een DJ-optreden door jongeren in de binnentuin. Dat vind ik bijzonder, het maakt me ongelooflijk trots. Zoveel passie en creativiteit die mensen laten zien onder moeilijke omstandigheden. Echt geweldig.”
Minder in de auto, meer online
“Mijn werkweek is best wel veranderd door corona. Afwisselend werk ik op kantoor en thuis. Ik reis minder en spreek meer mensen, ook gemeenten, via beeldbellen. Dat blijkt heel goed te doen. Het is een drukke tijd nu. We moeten managen dat de normale zaken doorgaan, dat de instroom continueert. En we moeten corona beheersbaar houden. Met het crisisteam komen we wekelijks bijeen om de situatie te monitoren, vooruit te denken en scenario’s uit te zetten. Je wil je eigen medewerkers en cliënten optimaal beschermen, maar het moet ook menselijk blijven en de behandeling niet frustreren. Best lastig, want zoals Rutte zegt: ‘Je moet met 50% van de informatie 100% van de beslissingen nemen’. Wat ik pittig vind, is dat de aanbestedingen voor 2021 alweer lopen. Gemeenten willen veel overleg daarover en dat zorgt voor aardig wat drukte. Het voelt ook best raar om daarmee bezig te zijn, omdat we nog helemaal in de bubbel van deze coronatijd zitten.”
Meebewegen met de stemming
“Net als in heel Nederland, merk je dat de stemming in onze organisatie fluctueert en daar proberen we als crisisteam goed in mee te bewegen. In het begin was er bij medewerkers veel angst over de veiligheid en hebben we veel moeite gedaan om beschermingsmiddelen te regelen. Maarten Peeters hing iedere dag met de GGD aan de lijn. Uiteindelijk is het gelukt om een voorraadje te bemachtigen. Medewerkers hadden ook zorgen over de jongeren op de groepen die in- en uitvlogen, vanwege het besmettingsrisico. In overleg hebben we toen toch besloten om alle verloven in te trekken, wat voor jongeren natuurlijk een pijnlijke beslissing was. Inmiddels is er een aangepaste bezoekregeling en mogen ouders wel bij óns op bezoek komen, mits de RIVM-richtlijnen worden nageleefd.”
Versoepeling maatregelen
“Onze ambulante medewerkers konden lange tijd niet bij gezinnen thuis komen, behalve bij crises. De één vond dat prettiger dan de ander. Beeldbellen kan heel effectief zijn, maar natuurlijk niet altijd. Een positief bijeffect is wel dat de online hulpverlening weer een impuls heeft gekregen. In het crisisteam praten we nu over versoepeling van de maatregelen. Omdat de contactberoepen weer aan het werk mogen, kan het ambulante team ook weer naar de gezinnen toe. Een volgende stap zal zijn dat we verlof gaan toestaan onder bepaalde condities. Ik verwacht wel dat online en face to face contacten meer naast elkaar gaan bestaan, zowel in de zorg als in de ondersteunende diensten. Dat zie ik als winst. Ook ben ik heel blij dat er meer getest gaat worden, waardoor besmette mensen zich sneller kunnen isoleren.”
Wat wordt de nieuwe werkelijkheid?
“De toekomst? Ja, daar denk ik veel over na. Wat gaat de impact zijn van deze crisis op jongeren en gezinnen? We zien dat het aantal crisismeldingen al is toegenomen, maar we kunnen nog niet goed voorspellen welke vraag er op ons afkomt. Ook de vorm waarin we straks zorg gaan bieden, daarover blijft het speculeren. Niemand weet hoe de nieuwe werkelijkheid eruit gaat zien. Er zal waarschijnlijk vaker een pandemie komen, dus we moeten ons voorbereiden op een nieuwe wereld met andere regels en richtlijnen. Mogen er straks nog wel 10 jongeren in een gebouw met hulpverleners? Gaan we als land in een recessie en blijft er dan nog geld over voor de jeugdzorg? Is de overheid bereid de financiële effecten te compenseren? We kunnen niet in de glazen bol kijken. Het beste wat we kunnen doen is positief blijven en ons sterk blijven maken voor de meest kwetsbare jongeren.”