"Jongeren hebben over het algemeen een groot zelf-herstellend vermogen"

- Geert Boumans (Behandelcoördinator)

JEUGDZORG IN CORONATIJD

Hoe gaat het met… behandelcoördinator Geert Boumans?

Geert woont in een Limburgs dorp waar veel coronasterfgevallen waren. Zelf behoort hij ook tot de risicogroep. Toch wil hij zich niet gek laten maken. “Ik ga gewoon naar mijn werk en heb met veel mensen contact: jongeren, ouders, gezinsvoogden en collega’s. Op afstand, want er is hier ruimte genoeg. Nee, beeldbellen is niks voor mij, ik wil gewoon zijn waar het gebeurt. Mijn credo: Wees voorzichtig, maar niet krampachtig.”

“In het begin was het wel even lastig op Vreekwijk. De jongeren van de behandelgroepen mochten niet meer op verlof naar huis, terwijl dat zo’n belangrijk element is in de behandeling. Jongeren kunnen bij ons vrijheden verdienen naarmate het beter gaat. Méér tijd thuis mogen doorbrengen is een enorme drijfveer om mee te werken aan de behandeling. Die drive viel in coronatijd helemaal weg en dat zorgde natuurlijk voor het nodige protest. We hadden wat meer weglopers en ook de glaszetter heeft er aardig garen bij gesponnen, denk ik. Zo’n virus is natuurlijk erg abstract en onzichtbaar als je niemand kent die corona heeft gehad. Ons terrein ligt in de bossen bij Deurne, daar merk je verder weinig van de commotie in de samenleving.”

 

Grote investering gedaan

Geert Boumans, behandelcoördinator

“Toch is het na die beginfase eigenlijk best goed gegaan. Dat is naar mijn idee vooral te danken aan de grote investering die de jeugdzorgwerkers en sociaal-cultureel werkers hebben gedaan. Om de situatie op het terrein leefbaar te houden, zijn er allerlei extra activiteiten voor de jongeren georganiseerd. Zeker in de beginperiode toen de jongeren nog niet naar school mochten, was dat een flinke uitdaging. Ook deden ze veel moeite om jongeren van de ernst van de situatie te overtuigen. Iedere dag werd met de groep naar het Journaal gekeken en gepraat over het nieuws. Ook met ouders en gezinsvoogden zijn we steeds in gesprek gegaan om uit te leggen wat ons beleid is en waarom. Draagvlak creëren is heel belangrijk gebleken.”

 

Er is weer perspectief

“Als ik terugkijk op de afgelopen maanden, dan neem ik mijn petje af voor onze vitale beroepen, de mensen die iedere dag met de jongeren werken. Zelfs Topaas, onze nieuwste groep met een team in opbouw, draait ondanks corona gewoon lekker. Het is wel fijn dat de maatregelen nu wat zijn verruimd. Dat geeft jongeren, ouders en medewerkers weer perspectief. De gezinsbegeleiders mogen weer bij ouders thuis komen, de therapeuten kunnen weer ‘live’ therapie geven, verlof is onder voorwaarden weer toegestaan, school en dagbesteding draaien weer. Alleen die anderhalve meter, tja, dat blijft ingewikkeld hoor. Ik hoop dat er op dat punt echt versoepeling komt.”

 

Trots op jongeren

“Behandeling van gedragsproblemen is maatwerk. Of dat nog wel lukt in coronatijd? Natuurlijk moeten veiligheid en gezondheid voorop staan, maar binnen de kaders van het RIVM is het wel belangrijk om goed te blijven kijken naar iedere individuele jongere. Een jongen met autisme die zich steeds terugtrekt op z’n kamer, zullen we juist stimuleren om naar zijn ouders te gaan, terwijl een meisje dat het liefst met iederéén contact heeft, daarin wat wordt afgeremd. Ik ben heel trots op de jongeren in onze behandelgroepen. De meeste hebben zich heel goed aangepast en bleken ook bereid rekening te houden met de gezondheid van medewerkers. Corona zal op de meeste jongeren geen blijvende impact hebben, verwacht ik. Jongeren hebben over het algemeen een groot zelf-herstellend vermogen.”

Deze oplossingen horen bij mijn traject