"Al die dingen hebben me gemaakt tot wie ik ben. Ik weet nu wel hoe ik moet overleven."
“In je eentje ga je het niet redden”
Tussen zijn 15e en 17e jaar woonde Fred op Vreekwijk, in open leefgroep De Trappers. Nu werkt hij zelf in de hulpverlening, als ambulant jongerenwerker. In deeltijd volgt hij de hbo-opleiding maatschappelijk werk. Na een leven met ups en downs gaat het nu goed met hem. Met kerst vroeg hij zijn vriendin Lieke ten huwelijk; binnenkort gaan ze trouwen. Ze wonen in Limburg met hun hond Razz.
Uit welk nest kom je?
“Niet echt uit een warm nest. Vanaf mijn eerste verjaardag kwam er al een gezinsvoogd bij ons over de vloer. Mijn ouders hadden veel problemen en konden de opvoeding niet aan. Mijn zus was teruggetrokken en stil, maar aan mij hadden ze de handen vol. Op mijn 8e zette mijn moeder me met een koffertje buiten de deur. Ik moest maar bij oma gaan wonen. Vanaf die dag woonde ik afwisselend bij oma, thuis, in pleeggezinnen, crisiscentra en internaten.”
Wat was het dieptepunt in je leven?
“Tussen mijn 11e en 13e jaar, toen ik in een pleeggezin woonde. Daar ben ik het vertrouwen in mensen kwijtgeraakt. Ik had eigenlijk maar weinig nodig: rust, stabiliteit en een luisterend oor. Maar die mensen konden me niet aan. Ze luisterden niet. Ik kreeg alleen maar te horen wat ik fout deed. Uit pure onmacht sloten ze me dagenlang op. Na twee jaar is de situatie geëscaleerd. Vanaf toen werd ik van de ene crisisopvang naar de andere gesleept.”
Je herinnering aan Vreekwijk?
“De eerste maanden vond ik vreselijk. Ik was zό boos en gefrustreerd; ik trapte een record aantal ramen kapot. Ik weet nog dat de groepsleider op een kladblokje stond te turven: wéér een raam gesneuveld à 175 gulden. De omslag kwam toen ik merkte dat ze op Vreekwijk wel degelijk geïnteresseerd waren in mijn verhaal. Het kwartje viel. Oh, dus als er naar me geluisterd wordt, kan ik ook gewoon praten over wat me dwars zit. Dan hoef ik geen ramen te vernielen. Die duizenden guldens glasschade heb ik trouwens wel terug betaald.”
Wat was de beste tip die je kreeg?
“Na een half jaar op Vreekwijk was mijn agressie bekoeld. Ik ging naar fase 3 en mocht in het weekend daten met meisjes uit het dorp. Ik sloofde me enorm voor ze uit. Geert Boumans, mijn orthopedagoog, gaf me de tip: ‘Als je in de smaak wilt vallen bij de meisjes, zorg dan dat niet alleen je buitenkant mooi is, maar ook je binnenkant. Laat zien wie je bent, daar houden meisjes van.’ Hij gaf me de motivatie om aan mezelf te werken.”
Wat was een keerpunt in je leven?
“Na Vreekwijk miste ik structuur in mijn leven. Ik woonde bij mijn vader die verslaafd was, kreeg foute vrienden en ging drugs gebruiken. Het keerpunt kwam op mijn 21e. Toen kreeg ik een vriendin die me vroeg om serieus aan mijn leven te werken. Alleen dan wilde ze met me samenwonen. Vanaf dat moment is het bergopwaarts gegaan. Ik ging samenwonen, ben afgekickt en weer naar school gegaan.”
Welke persoon is het meest belangrijk voor jou geweest?
“Mijn oma, met stip op één. Ze is de rode draad in mijn leven. Mijn oma is zoals een moeder hoort te zijn. Ze was de enige die bleef geloven dat ik een goed hart had. Door haar voelde ik me gehoord en geaccepteerd zoals ik was. Nooit ruzie met haar gehad.”
Wat is je beste beslissing geweest?
“Een mbo-opleiding gaan volgen op mijn 23e. Voor die tijd deed ik lomp uitzendwerk. Sjouwen, glas zetten en zo. Op een dag besefte ik: als ik ooit 85 ben, moet ik mijn kleinkinderen vertellen dat dit mijn leven was, dat ik niks voorstelde. Ik heb alle moed verzameld en heb toelatingsexamen gedaan voor het mbo Sociaal Pedagogisch Werk. Wat een kick dat ik werd aangenomen! Sinds mijn afstuderen heb ik altijd leuke banen gehad in de GGZ en het jongerenwerk. Dit werk past bij mij. Ik krijg vaak de moeilijkste jongeren, omdat ik niet bang ben. Ik voel mensen aan en weet hoe ik iemand rustig kan krijgen.”
Waar heb je spijt van?
“Ik heb geen spijt van mijn gedrag, maar er zijn dingen waar ik niet trots op ben. Toch voel ik me niet schuldig. Mijn reacties waren heftig, maar ik heb ook geen standaard leven gehad. Al die dingen hebben me gemaakt tot wie ik ben. Ik weet nu wel hoe ik moet overleven.”
Wat heb je overgehouden aan je internaattijd?
“Ik kan niet tegen stilte. Dat komt door al die jaren in groepen leven. Ik heb graag mensen om me heen. Het liefst wil ik een groot gezin, met 3 of 4 kinderen. Lijkt me heerlijk, al die drukte.”
Wanneer ben je het gelukkigst?
“Als ik een weekendje weg ben met mijn vriendin. Luxe hotel, saunaatje, samen uit eten. Het besef dat ik dit allemaal kan betalen, maakt me gelukkig. Ik ben trots dat ik dit allemaal op eigen kracht voor elkaar heb gekregen. Een koophuis, twee auto’s voor de deur, kunnen sparen.”
Wat is jouw kracht?
“Ik herken gevoelens van boosheid en angst bij mezelf en weet hoe ik ze om moet draaien. Ik durf hulp te vragen aan mensen om me heen, als het minder gaat. Bang om terug te vallen ben ik niet meer. Ik weet hoe ik moet omgaan met moeilijke momenten.”
Je gouden tip voor jongeren?
“Neem iemand in vertrouwen en vertel hoe je je voelt. Sluit je niet af van de buitenwereld. Kies een positief iemand, geen verslaafde. Ga met die ene persoon op zoek naar de weg die bij jou past. In je eentje ga je het niet redden.”