"Je hebt je leven zelf in de hand. Een ander kan het niet voor je doen."

- Maikel (30)

Ik vond mezelf geweldig

Vanaf zijn 15e woonde Maikel anderhalf jaar in een behandelgroep op Vreekwijk in Deurne. Op de internaatschool leerde hij metselen. Nu runt hij alweer 10 jaar zijn eigen stukadoorsbedrijf. Ook privé heeft hij zijn leven op de rails. Sinds 8 jaar vormt hij een gezin met Marja en haar twee zonen. Ze wonen in een prachtige, zelf verbouwde tweekapper in Nuland. In zijn vrije tijd gaat hij graag darten, kaarten of autoracen.

Hoe was je jeugd?

“Mijn moeder was 17 toen ze mij kreeg. Ze was te jong om voor me te zorgen. Mijn vader was al meteen buiten beeld. Toch heb ik mijn jeugd best leuk gevonden. Dat kwam vooral door mijn opa, bij wie ik woonde. Hij was gek op me. Hij gaf me iedere week 100 gulden zakgeld en ik kreeg alles wat ik maar wilde.”

Wat voor kind was je?

“Ik werd natuurlijk veel teveel verwend. Dus ik gedroeg me als een prins. Ik vond mezelf geweldig, maar ik was behoorlijk respectloos naar anderen. Ik vond het heel normaal dat ik altijd mijn zin kreeg. Ik zat bij een jeugdbende en maakte het dorp onveilig. Daardoor kwam ik op Vreekwijk terecht. Ik heb ook nog in andere opvangcentra gezeten.”

Wat zijn je herinneringen aan Vreekwijk?

“Ik kwam binnen als een jongen zonder normen en waarden. Ik had verwacht dat ze me naar huis zouden sturen als ik lastig was. Maar dat gebeurde niet. Langzaam ben ik bijgedraaid. Ik kreeg steeds meer lol met de jongens. We hebben zelfs een film gemaakt. Achteraf was het een van de mooiste tijden uit mijn leven. Respect is het belangrijkste wat ik er geleerd heb.”

Aan wie heb je in die tijd de meeste steun gehad?

“Aan Bertie Lukassen, een groepsleider. Als ik paniekerig of boos was, wist hij me altijd te kalmeren. Hij straalde van zichzelf een enorme rust uit.”

Wat is het beste advies dat je ooit hebt gehad?

“Lange tijd gaf ik anderen de schuld als er iets mis ging. Daar kwam meestal ruzie van. Toen ik weer eens met m’n vingertje stond te wijzen, zei mijn sportleraar: ‘Jongen, leer naar jezelf kijken’. Dat heb ik onthouden. Als er nu iets fout loopt, vraag ik me eerst af: ‘Waarom is dit gebeurd? Wat is mijn eigen aandeel hierin?’.”

Wat is je beste beslissing geweest?

“Dat ik mijn eigen bedrijf ben begonnen. Het voelt goed om eigen baas te zijn en mijn eigen geld te verdienen. Het geeft structuur in mijn leven. Ik voel me gewaardeerd om wat ik doe. Ik krijg een enorme ‘boost’ als ik een grote opdracht binnensleep waar ook andere bedrijven op zitten te azen.”

Wat heeft je geholpen om iets van je leven te maken?

“Mijn stiefvader riep altijd: ‘Jij kunt niks, je hebt niks en je zult nooit niks hebben’. Dat zinnetje moest ik zo vaak horen, dat ik dacht: ‘Wacht maar af vriend; ik ga het tegendeel bewijzen!’””

Dieptepunt in je leven?

“Toen mijn opa overleed, op mijn 18e. Opa was alles voor mij. Ik was drie jaar lang depressief. Mijn geluk is dat ik Marja tegenkwam tijdens het boodschappen doen. Na een paar keer oogcontact, heb ik haar aangesproken. Hoewel ze een stuk ouder is dan ik, was er meteen een enorme klik. Door haar ben ik uit het dal gekomen. Ik kreeg er een warme familie bij, met leuke zwagers die vrienden zijn geworden.”

Wat wilde je later worden?

“Ik wilde een beroemd kickbokser worden en een luxe leven leiden. Die luxe is aardig gelukt, al kan het altijd beter. Kickboksen deed ik een tijdje op betaald niveau, maar nu niet meer.”

Zie je je vrienden van vroeger nog wel eens?

“Ja, vooral mijn vrienden uit die jeugdbende. Met de meeste gasten is het trouwens helemaal goed gekomen. Ze hebben werk, een gezin en een huis, net als ik. Een paar jongens hebben helaas de verkeerde afslag genomen. Daar heb ik geen contact meer mee.”

Hoe ziet jouw leven er over 10 jaar uit?

“Dan hoop ik met Marja een restaurantje te hebben in een mooi, warm land. We hebben altijd goed kunnen sparen, dus dat gaat ons lukken. Werken in de bouw hou je niet eeuwig vol, het is fysiek te zwaar. Ik heb al een hernia gehad. Dus je moet nadenken over je toekomst.”

Waar ben je trots op?

“Op de goede band die ik heb met Baudi en Chento, de zonen van Marja. Die band is echt apart. Het voelt alsof ze mijn eigen kinderen zijn. In het begin moest ik erg wennen dat er zo geknuffeld werd in het gezin. Ik kreeg als kind nooit een knuffel. Maar nu vind ik het hartstikke leuk. Inmiddels zijn de jongens 17 en 20, maar we stoeien en knuffelen nog steeds. Ik ben trots dat ik ze een veilige basis kan geven.”

Wat heb je overgehouden aan je internaattijd?

“Mensenkennis. Als één van de jongens met een nieuwe vriend of vriendin over de vloer komt, zie ik razendsnel of diegene te vertrouwen is of niet.”

Wat moet een hulpverlener nooit doen?

“Ik ben ooit woedend geweest op een hulpverlener die zei: ‘Ik weet wat jij voelt’. Dat klonk zo arrogant. Een hulpverlener die zelf nooit uit huis is geplaatst, kan niet weten hoe dat is. Je kunt je hooguit inleven in iemand.”

Je gouden tip voor jongeren?

“Geloof in jezelf; overwin jezelf. Als je blijft denken: het lukt me toch niet, dan kom je nergens. Je hebt je leven zelf in de hand. Een ander kan het niet voor je doen.”

Deze oplossingen horen bij mijn traject