"Ik durfde niemand te vertellen wat zich werkelijk binnenshuis afspeelde; je weet hoe hard mensen kunnen oordelen."
We konden er met bijna niemand over praten
Toen de schattige, blonde Jasper in de wieg lag, kon zijn moeder niet vermoeden dat haar zoon zo’n ingewikkelde puber zou worden. Lange tijd vreesde Thea voor zijn toekomst, maar nu durft ze met vertrouwen vooruit te kijken. Jasper is inmiddels 33 en heeft een leuke baan in de buitenschoolse opvang. Vorig jaar trouwde hij met Melanie met wie hij in Helmond woont.
Wat voor kind was Jasper?
“Jasper is de jongste van drie kinderen. Als kind een beminnelijke, open jongen. Een gezellige prater die met iedereen overweg kon. Had altijd vriendjes en speelde met veel fantasie. Hij kon niet zo goed leren, maar ging toch met plezier naar school. Alleen het slapen ging slecht. Jasper was ’s nachts vaak bang, de slaapkamerdeuren moesten altijd wijd open blijven. Hij hield niet van afgesloten ruimten. Pas na de basisschool ging het mis met hem. De reden weten we nog steeds niet. Hij wilde niet meer naar school, werd steeds dwarser. We konden niets met hem beginnen.”
Wat was het gevolg?
“Het hulpcircuit kwam op gang. Leerlingenzorg op school, daarna jeugdzorg, gevolgd door een rampzalig verblijf in een observatiecentrum, waar hij in een klein, afgesloten kamertje werd geobserveerd. Niemand begreep wat er met Jasper aan de hand was. Ze zagen vooral de buitenkant: een dwarse puber die niets wilde. Hij kwam uiteindelijk onder curatele, vreselijk vonden we dat. Pas jaren later werd duidelijk dat Jaspers opstandige gedrag werd veroorzaakt door angsten. Hij nam een paar keer een overdosis pillen, werd opgenomen op een psychiatrische afdeling. De puberteit was voor hem één grote noodkreet, maar niemand kon er iets mee.”
Wat betekende dat voor het gezin?
“De situatie legde een enorme druk op ons gezin. Mijn man vond het net zo erg als ik, maar kon er moeilijk over praten. We woonden destijds in een klein dorp, met veel sociale controle. Ik durfde niemand te vertellen wat zich werkelijk binnenshuis afspeelde; je weet hoe hard mensen kunnen oordelen. Gelukkig had ik veel steun aan mijn zus, die in het maatschappelijk werk zat. Jasper mocht regelmatig bij haar logeren, zodat iedereen weer even op adem kon komen.”
Hoe hield je dit jarenlang vol?
“Het klinkt gek, maar op de moeilijkste momenten was ik heel sterk. Pas later kwam de terugslag. Ik kreeg rugklachten, moest mijn werk als kraamverzorgster opzeggen. Ik had in die tijd ook nog de verzorging van mijn moeder, die bij ons in woonde. Op een dag kregen we een ambulant hulpverlener van Bijzonder Jeugdwerk toegewezen, ze heette Alie de Vaan. Zij sleepte ons erdoor heen. Van Jaspers 15e tot zijn 17e jaar kwam ze twee tot drie keer per week over de vloer.”
Hoe was ‘t om een vreemde in huis te hebben?
“Ik had er geen moeite mee, ik was juist blij dat ik de zorg om Jasper kon delen. Alie de Vaan was de eerste die geen oordeel velde, maar gewoon met ons mee zocht naar oplossingen. Ik herinner me een keer dat Jasper zwijgend op de bank lag met een deken over zijn hoofd en Alie een uur naast hem bleef zitten, zonder iets te zeggen. Ze ging de strijd niet aan, maar nam zijn gevoelens serieus. Als we ergens naartoe moesten, ging ze mee, zodat wij er niet alleen voor stonden. Alie was een gewoon mens, maar voor Jasper en mij een lichtpuntje.”
Hoe herken je een goede hulpverlener?
“Een goede hulpverlener is er op de momenten dat het nodig is. Niet alleen tijden kantooruren. Luisteren, naast je staan, doorpakken. Alie de Vaan en ook meneer Engelhart van het CWi, dat waren mensen die het begrepen. Die hebben echt iets kunnen betekenen, omdat ze zo betrokken waren. Jasper voelde haarfijn aan of mensen aardig waren of niet.”
Wat moet een hulpverlener nooit doen?
“Ik weet nog dat ik een keer radeloos opbelde voor hulp, maar te horen kreeg dat alle hulpverleners al naar huis waren vanwege ‘hoog water’ in de Maas. Terwijl zich bij ons thuis een ramp voltrok. Ik ben ook teleurgesteld geraakt in hulpverleners die erop uit waren om Jasper ergens snel weg te stoppen. Het doet pijn als je merkt dat iemand de theorie op zijn duimpje kent, maar niet echt geïnteresseerd is in de jongen die tegenover hem zit.”
Wat was het keerpunt?
“Jasper was 20. Meneer Engelhart van het CWI had geluisterd naar zijn verhaal en vroeg zich af of vrijwilligerswerk bij de Kindertelefoon iets voor Jasper was. Dat bleek een schot in de roos. Jasper ging aan de slag en werd daar voor het eerst van zijn leven gewaardeerd om zijn kwaliteiten. Ze zagen hoe goed hij kan luisteren en met kinderen kan omgaan. Vanaf toen is het balletje gaan rollen. Meneer Engelhart regelde dat hij met behoud van uitkering een opleiding mocht volgen in de kinderopvang. En dankzij mijn zus kon hij een flatje in Helmond huren. Ook tijdens de opleiding en de stage trof hij fijne begeleiders die hem goed aanvoelden. Hij heeft de opleiding zonder problemen of vertraging afgemaakt.”
Hoe gaat het nu met Jasper?
“Jasper is pas getrouwd en werkt in de buitenschoolse opvang. Gedeeltelijk heeft hij nog een WAO-uitkering. Hij is heel gelukkig met zijn vrouw Melanie, zijn huis, zijn baan en zijn 4 katten. Hij slikt nog wel medicijnen, maar een terugval heeft hij allang niet meer gehad. Bij de kinderopvang zijn ze heel blij met hem. Hij is erg creatief in het bedenken van leuke activiteiten; een talent dat hij als kind ook had.”
Wat was het hoogtepunt?
“De trouwdag van Jasper. Het was een dag vol mooie en emotionele momenten. Je denkt dan terug aan hoe diep hij heeft gezeten en waar hij nu staat. Al die blije kinderen van zijn werk die stonden te joelen langs de kant. Ik was zo trots op hem.”
Kun je de zorg rond Jasper loslaten?
“Nee, een zekere zorg zal ik altijd blijven houden, daarvoor is er teveel gebeurd. Als Jasper me onverwacht belt, slaat mijn hart nog altijd over. Toch heb ik veel meer vertrouwen dan 10 jaar geleden. Hij wil graag kinderen, dus misschien komt er wel een gezin. Ik weet dat hij een goede vader zal zijn.”