Client neemt de leiding: droom of realiteit?
Eigen kracht
“Sociale netwerkstrategieën gaan uit van de eigen kracht van de cliënt en zijn netwerk. De kracht om zelf beslissingen te nemen over je eigen leven”, vertelt behandelcoördinator Jolanda Jansen. “Voor ons vanzelfsprekend, maar niet voor iemand die al jaren afhankelijk is van hulpverleners.”
Training
Jolanda nam in 2013 deel aan de SNS-training, samen met ambulant hulpverlener Femke van Rooijen. “Ik moet het nog zien”, dacht Femke toen ze eraan begon. “Ik kon me niet voorstellen dat het echt zou werken. Cliënten die de leiding nemen en samen met hun netwerk een plan maken.” Toch raakte ze tijdens de training steeds enthousiaster. Ze past de methodiek nu dagelijks toe in haar werk en is verrast door het effect.
Nieuwsgierigheid
Bij gezinnen waar BJ wordt ingeschakeld, spelen vaak ernstige problemen; het kind is al uit huis geplaatst of (gedeeltelijke) uithuisplaatsing dreigt. Femke legt uit hoe ze de SNS toepast: “In het begin kijken mensen me aan, zo van ‘wat gaan we doen?’. Maar ik neem bewust heel weinig ruimte in. Het enige wat ik doe is vragen stellen, vanuit oprechte nieuwsgierigheid naar hun verhaal. Welk leven heb je geleid? Wat waren de mooie momenten en wie waren erbij? Wat is je grootste angst? Wat gun je jezelf en de ander? Zo krijgt het gezin de ruimte om over zichzelf na te denken. Het tempo wordt bepaald door henzelf. Uiteindelijk komen ze tot een aantal vragen die ze aan hun netwerk en aan professionals willen voorleggen.”
Schaamte
Het netwerk inschakelen is niet altijd eenvoudig. Sommige gezinnen hebben een heel klein netwerk en er is schaamte om aan anderen te laten weten hoe slecht het gaat. “Ook hier is het belangrijk om de juiste vragen te stellen. Als je begint met: ‘Wie zou jou kunnen helpen?’, dan gooien ze soms letterlijk de deur dicht. Daarom vraag ik eerder: ‘Wie weet dat je problemen hebt? Is er iemand die het kan horen als jullie ruzie maken?’ Dan zeggen ze: ‘Ja ja, misschien wel, de buurman klopt steeds op de muur.’ Uiteindelijk ervaren cliënten het vaak als een opluchting dat mensen in hun omgeving er van af weten. Dan merken ze dat die buurman hen eigenlijk best wil steunen.”
Gunnen
Wat een goed netwerk is, kun je nooit voor een cliënt bepalen, vindt Jolanda. “Als hulpverlener ben je snel geneigd om het plaatje in te vullen: Goh, zou oma niet iets voor jullie kunnen betekenen?’
Dan ga je eigenlijk al te ver. Ook al staat oma te trappelen om te helpen, het is belangrijk dat mensen zelf kiezen wie hun supporters zijn. Ook hier stel je alleen maar vragen: ‘Welke mensen zijn belangrijk in jouw leven? Wie zijn de mensen die jullie iets gunnen? Wie wil je vragen om jou te steunen? Dan kan het gebeuren dat de zoon voor oma kiest, terwijl zijn moeder juist niet voor oma kiest, omdat oma haar altijd kleineert. Door mensen zelf te laten kiezen, bouw je aan een duurzamer netwerk.” Ze vindt dat hulpverleners voorzichtig moeten zijn met praten over ‘slechte vrienden’. “Als een jongen een ‘foute vriend’ kiest om hem te steunen, dan is dat prima. Wie zijn wij om te bepalen wat goede vrienden zijn? Doordat die vriend hem mag steunen, groeit ook hij in zijn rol.”
Netwerkberaad
Het gezin moet in de SNS-methodiek letterlijk alles zelf beslissen. Als de gezinsleden eenmaal weten welke vragen ze willen stellen aan hun netwerk en aan professionals, volgt het netwerkberaad. Ook hier leunt de professional achterover. De gezinsleden mogen zelf hun supporters uitnodigen en de locatie bepalen. De professional verzorgt de introductie en trekt zich dan terug. Terwijl het gezin zijn verhaal doet en aan het netwerk vraagt om mee te denken, zit de professional in de kamer ernaast te wachten tot ze klaar zijn. “Dat kan soms wel 3 uur duren”, zegt Femke. “Ik ben in de buurt voor als er iets is, maar verder doe ik niets. Als ik word teruggeroepen, presenteren ze mij hun ideeën. Creatieve oplossingen zitten daar soms bij. Samen gaan we de afspraken op papier zetten en 6 weken later evalueert het netwerk hoe het loopt.”
Daarom werkt het
Het klinkt als de omgekeerde wereld. De hulpverlener die in de wachtkamer zit, tot de cliënt klaar is met zijn plan. “Heel bizar, maar zo gaat het inderdaad”, zegt Femke. “Ik heb met eigen ogen gezien wat er gebeurt als je mensen de ruimte geeft. Ze worden zelfverzekerder, gemotiveerder en durven eigen keuzes te maken.” Haar collega Jolanda voegt toe: “Een ruziënde moeder en haar zoon hadden als doel geformuleerd: ‘We willen elkaar beter begrijpen’. Dat doel was eigenlijk al voor de helft bereikt, toen ze samen hun plan hadden uitgewerkt.”
Op je handen zitten
Het aller-aller-moeilijkst voor een hulpverlener is om niets te doen. Jolanda: “Je bent zo geprogrammeerd om te helpen, dat je soms wel 100 keer je tong moet afbijten. Op je handen zitten en het gezin de ruimte bieden om tot eigen inzicht te komen. Dat druist in tegen alles wat je in de opleiding geleerd hebt.” Ze noemt een voorbeeld van een collega die letterlijk op zijn handen ging zitten, toen gezin en familieleden met elkaar gingen bekvechten. “Hij deed niks, terwijl hij normaal allang zou hebben ingegrepen. Na een tijdje zegt de familie uit zichzelf: “We moeten nu stoppen, het is niet normaal wat we hier doen.”
SNS in de wijk
Ook de jongerenopbouwwerkers in Helmond hebben net een SNS-training achter de rug. Ook zij gebruiken de methodiek om de regie bij de cliënt te leggen. Teamleider Karin Nas: “Als er overlast is op een pleintje, trekken bewoners vaak woedend aan de bel. Ze willen dat er iemand komt om het probleem op te lossen.” Voorheen zeiden we: “Beste mensen, laten we het zus en zo gaan oplossen’. Nu gaan we de buurt uitnodigen om zelf een plan te maken voor hun pleintje.”
Ei van Columbus?
Jolanda is nu, een jaar later, nog steeds enthousiast over SNS, maar ook realistisch. “Als je net een training hebt gehad, denk je ‘dit is het ei van Columbus’. Maar sociale netwerkstrategieën zijn niet het antwoord op alle problemen. Daar is onze doelgroep te kwetsbaar voor. Het mooiste wat je kunt bereiken is dat een gezin zegt: ‘Zo moet het gebeuren, zo willen wij het. Die hulpverlener heb ik niet meer nodig en die wel. En voor de rest kan ik terugvallen op mijn netwerk’. Ik vind het leuk dat we nu cliënten hebben die in staat zijn om bij ons te winkelen, omdat ze goed zijn geïnformeerd over de mogelijkheden en precies weten wat ze willen.”
Meer weten?
Mail naar Jolanda Jansen of Femke van Rooijen