Wijkteam Laarbeek: “Niet teveel kletsen, gewoon erop af”
Janneke Paes, ambulant begeleider van Bijzonder Jeugdwerk, is sinds januari 2013 actief in Wijkteam Laarbeek. Het team bestaat uit vier professionals. Ze zijn in dienst van het jeugdmaatschappelijk werk, LEVgroep, Bijzonder Jeugdwerk en Bureau Jeugdzorg. In het team bespreken ze de binnenkomende signalen en bekijken wie de oplossing kan bieden. Enkelvoudige problemen worden aangepakt door het jeugdmaatschappelijk werk; bij meervoudige problemen wordt Janneke Paes ingezet. Zij is
de ‘generalist’ die gezinnen helpt bij herstel van het gewone leven, zoals het Wrap Around Care-model beschrijft. Problemen worden vroegtijdig en integraal aangepakt, vanuit de gedachte dat op den duur minder specialistische hulp nodig is.
Bron: Wrap Around Care-model (WAC), Jo Hermanns
Nieuwe werkwijze
Janneke Paes heeft plezier in haar nieuwe rol. Ze komt al 16 jaar in gezinnen die kampen met gedrags- en opvoedproblemen. Vaak in combinatie met verslaving, huiselijk geweld, schulden of psychiatrische problemen. De gezinnen zijn voor haar niet nieuw; de werkwijze wel. En daar is ze behoorlijk enthousiast over. “Vroeger kwam ik pas in beeld als de situatie al behoorlijk uit de hand was gelopen. Nu kom ik veel sneller in een gezin. Bureau Jeugdzorg kijkt nog wel mee of het probleem indicatiewaardig is, maar het gezin hoeft niet meer te wachten op een indicatie. Daardoor kan ik veel preventiever werken en meer bereiken.”
Signalen
Welke indrukken heeft ze het eerste half jaar opgedaan?
“Ik merk dat de gemeente Laarbeek haar jeugd vrij goed in de gaten houdt. Er zijn maar weinig signalen die ons team niet bereiken. We krijgen die signalen bijvoorbeeld door vanuit scholen, politie, thuiszorg en het consultatiebureau. Onze coördinator zit in de netwerkorganisatie van het CJG in Laarbeek, de lijntjes zijn kort. We zijn dus snel op de hoogte van wat er speelt en kunnen er binnen 1 a 2 weken op af.” De nieuwe werkwijze heeft nog een voordeel. “Vroeger was ik de helft van de dag aan het reizen; ik bezocht gezinnen in de hele regio. Nu ik binnen één gemeente werk, kan ik 2x zoveel gezinnen helpen.” Hoe kijkt ze tegen het team aan? “Heel positief. Het is een fijn team met ervaren mensen, die knopen durven door te hakken. Niet teveel kletsen, gewoon erop af. We bekijken meestal ter plekke, in het gezin, wat nodig is.”
Weerstand wegnemen
Janneke is op dit moment actief bij 11 gezinnen in de gemeente Laarbeek, de meeste met jonge kinderen. Het eerste contact is niet altijd makkelijk, zeker niet als het gezin is aangemeld via het Meldpunt Kindermishandeling (AMK). “De grootste uitdaging voor mij als hulpverlener is de weerstand weg te nemen. Een klik maken met het gezin, je inleven in hun wereld, hun taal spreken. Ik ben blij dat me dat nog steeds lukt. Als mensen je niet vertrouwen, bereik je niks.” Janneke probeert vooral naast het gezin te gaan staan, niet erboven. Daar maakt ze maar één uitzondering op: als de veiligheid van de gezinsleden in gevaar is. “Dan neem ik de regie over.”
Oplossingen vinden
Een hulptraject duurt meestal een paar maanden. In die tijd begeleidt ze het gezin om zelf oplossingen te vinden, zodat ze op eigen kracht verder kunnen. “Ik vraag ieder gezinslid om zijn eigen doelen te formuleren. Het grappige is dat die doelen vaak dichterbij elkaar liggen dan je zou denken. Lastige pubers vinden vaak zelf ook wel dat ze beter moeten luisteren. Als het gaat om gedrags- en opvoedproblemen, kan ik de ondersteuning zelf bieden. Alleen als er echt specialistische hulp nodig is,
verwijs ik door. Laatst nog heb ik een jong kind doorverwezen naar dramatherapie. Daar leert hij op een speelse manier het trauma verwerken dat hij heeft opgelopen.”
Opleiding
Zoals de meeste generalisten heeft Janneke een hbo-diploma. Om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen, volgde ze onlangs nog de post hbo-opleiding Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling (IAG). Daarin kwam ook het oplossingsgericht werken aan bod, een methodiek die haar erg aanspreekt. “Het betekent dat je vooral kijkt naar mogelijkheden en kansen, naar wat er al wél goed gaat in het gezin. Het is een hele krachtige, positieve manier van werken, zowel voor het gezin als voor de hulpverlener. Als je de oplossing in het vizier houdt, blijf je minder hangen in problemen.”
Netwerksteun
Wat nieuw is voor Janneke, is het inzetten van sociale netwerksteun. “Ik ben aan het onderzoeken wat er mogelijk is. Bij een alleenstaande ouder heb ik laatst de praktische hulp van opa en oma ingeschakeld. Die waren meer dan bereid een handje te helpen.” Ze wil ook vaker vrijwilligers gaan inzetten. “Maar die moeten uiteraard wel zorgvuldig gescreend worden, anders ben je nog verder van huis.” Wat ze leuk vindt aan de nieuwe situatie is het pionieren. Creatief denken, nieuwe wegen ontdekken. Ze heeft vertrouwen dat het de goede kant op zal gaan met de jeugdzorg. “Als we allemaal het beste willen
voor de cliënt, zoals in ons wijkteam, dan verdwijnen organisatiebelangen vanzelf naar de achtergrond. Ook hoopt ze dat gemeenten durven te behouden wat er al goed ging in de jeugdzorg. “Je kunt het wiel opnieuw gaan uitvinden, maar er zijn de afgelopen jaren ook veel goede dingen bereikt.
Die moet je niet zomaar weggooien.”
Wat vindt de gemeente Laarbeek?
Jan Adams, beleidsmedewerker bij de gemeente, is blij dat Laarbeek de kans heeft gekregen om aan deze pilot mee te werken. “We proberen met elkaar uit te vinden wat werkt en wat niet. De evaluatie is nog niet geweest, maar tot nu toe heb ik geen klachten gehoord. De partners in het team weten elkaar nog steeds vinden.
Signalen worden snel opgepakt, zonder onnodige bureaucratie. Dat zijn zeker winstpunten. Maar de hele transitie blijft natuurlijk een weerbarstig proces. Er zijn veel vragen die nog beantwoord moeten worden.”
Op eigen kracht
Hij vervolgt: “Het dilemma voor gemeenten is dat je zekerheid wilt hebben dat het gebeurt op de manier zoals is afgesproken. Wij willen dat gezinnen meer op eigen kracht gaan doen, met hulp van hun netwerk. Dat betekent op den duur minder inzet van professionals. Maar instellingen willen wel hun boterham blijven verdienen. Dat zijn tegenstrijdige belangen. En hoe maakt je het oplossend vermogen van een team zo sterk mogelijk? Laat je het volledig aan de zorgaanbieders over of regel je dat als gemeente zelf? Dat moet blijken als we de pilots gaan evalueren binnen de Peelgemeenten. Tegelijkertijd vind ik dat we de individuele professional ook vertrouwen en ruimte moeten geven. Niet alles dichttimmeren met protocollen, uit angst dat het mis gaat. In een harnas kan geen enkele professional functioneren. Uiteindelijk moet je het samen doen.”
Meer weten?
Bijzonder Jeugdwerk neemt deel aan diverse jeugdzorg-pilots in gemeenten.